PEOPLE


 10*BETWEEN 

DEGASTEN zijn niet alleen de spelers van dit seizoen of het team dat onze activiteiten mogelijk maakt. Iedereen die op een eigen manier heeft bijgedragen onze legacy is GAST. Zonder jou zou het niet hetzelfde zijn. We see you. 


Dit jaar leggen we zo veel mogelijk van deze mensen vast door middel van een interview, portret, verhalen en herinneringen in de vorm van art-works, foto’s, tekst, collages en muziek
en video links. Samen vormt dit THE NEVERENDING BOOK OF PEOPLE IN*BETWEEN.  


Hier het begin, met interviews door Teddy Tops. 





 Adanma Okoro (29)  

oud-speler, artistiek coördinator, theatermaker


We zijn een familie, dat is soms leuk en soms superkut. Soms wil ik koffie met je, soms wil ik je vijf dagen niet zien.

‘Ik zit er dus from the start - dit is ook mijn 10-jarig jubileum. Ik voelde me meteen heel welkom, ik kwam er echt thuis. Door de people, de vibe, de sfeer. Ik voelde erkenning. Bij de mensen, de regisseurs van kleur - en de manier waarop zij maakten. In plaats van ‘een stuk’ te hernemen waarbij je een van de pionnetjes bent, kon ik hier meteen mijn verhaal kwijt. Het werd meteen persoonlijk.

Daarvoor zat ik op MBO Theater in Amsterdam, waar ik in het tweede jaar stage moest lopen - dat moet je als speler, ervaring en een netwerk opdoen. Eerst zat ik bij ITA Jong, toen kwam ik DEGASTEN tegen. Ik wilde auditie doen, maar ik was jong en ging uit, flink drinken, en de volgende dag had ik een flinke kater. Ik dacht nog: I got this, maar werd wakker en heb die auditie afgezegd… maar Rutger ging daar niet mee akkoord en belde me op: ‘We missen nog iemand’.

Moet meteen lachen als ik aan mijn eerste productie denk. Ik was 18 jaar, het stuk heette Stuck in the middle with you. Over jongens en meiden op de middelbare school, en hoe ze vol hormonen, naar zichzelf zoeken. Het decor bestond uit allemaal kluisjes, waar we in zaten en uit klommen, in een soort arena in het midden. Ik moest op hakken, en die kluisjes waren kapot klein, en ik groot, en de hakken hoog. Ik zat opgesloten in dat kluisje, en moest vanuit daar mijn entree maken. Eerst kwamen alle kleine meisjes op, dan ik - die lange slungel. Ik moest lopen als op een runway, zo van ‘kijk mij eens’. Maar ik was echt een bambi op ijs. Rutger en Elike gingen helemaal stuk, ik wilde ook stuk gaan, maar ik was een actrice - dus ik moest in de plooi blijven. Van binnen barstte ik uit elkaar. Als ik terugdenk, is dat de kern van DEGASTEN: kwetsbaar zijn, uit elkaar knallen, beheersen. Jezelf zijn, op groene hakken, haha.




Eerst had ik bij ITA geleerd te spelen vanuit: jij bent die rol. Bij DEGASTEN leerde ik: ik heb een verhaal te vertellen, hoe wil ik dat vormgeven?

Ik zou de nieuwe stroming jongeren mee willen geven: durf te vallen, op te staan, nog een keer te vallen en nog een keer te vallen, en kijk wat er dan gebeurt. Durf in het moment te zijn. Dat vond ik spannend, toen ik begon. We zijn geen therapeuten, maar theater komt wel heel dichtbij je kern. Dat is heel spannend, maar het brengt je echt iets wanneer je daarvoor openstaat.

Ik hoop dat er meer samen blijft komen. DEGASTEN blijft groeien, dat is mooi, maar we moeten niet in eilandjes gaan werken. We zijn een familie, dat is soms leuk en soms superkut. Soms wil ik koffie met je, soms wil ik je vijf dagen niet zien. Die grilligheid, maar vanuit liefde en zachtheid, dát wens ik voor DEGASTEN. 'En onderdeel te zijn van die familie, nog heel lang.’

Kernwoorden: Rauw / Maken / Ik en de Wereld / Samen



 Sheralynn Adriaansz (33) 

oud speler en maker


Tegen mij werd steeds gezegd: jij cheft hem wel toch, Sher - ‘alles voor vrijdag!’

‘Ik weet het nog zo goed! Ik had een beetje griep en was vet zenuwachtig. Het was het najaar van 2012 en ik studeerde daarvoor CMV, mijn enige ervaring met theater waren de scènes over seksualiteit die ik voor middelbare scholieren had gemaakt. Ik had één keer eerder auditie gedaan, en toen had ik beweging helemaal verkeerd geïnterpreteerd: ik had een dansje ingestudeerd.. wist ik veel. Maar nu was het helemaal anders - ik kwam in een warm bad terecht. Leeftijdsgenoten die allemaal high energy meededen aan een theaterworkshop. De hele lichting van het jaar ervoor was daar, kende elkaar, begroette elkaar heel uitbundig, deden een beetje mee en hypten de boel op. Dat was intimiderend, maar ik dacht: wacht maar - ik sta daar straks ook.

We hadden een beetje een oude spelersgroep, het jaar erop hadden ze een nieuwe groep ontwikkeld: de performance-groep, voor ouwetjes waar ze geen afscheid wilden nemen (ergo: wij), en zes jaar later werd ik daar projectleider van. Educatieve voorstellingen, helemaal mijn ding.

Echt dat maken op de vloer kwam voor mij later, maar alles eromheen: het produceren van een voorstelling, alle regelwerk, de verkoop, heb ik hier geleerd. Het was tof èn killing: je hebt een klein team dus je was overal bij betrokken. Ik ben hier opgeleid om alles samen te doen, we delen de verantwoordelijkheid. Ik kan - helaas misschien - niet anders meer werken dan dat. En ik leerde schakelen, dan stond ik weer ineens op een tafel ergens in een school een choreo te doen die ik een halfuur geleden had ingestudeerd, omdat een van de jongeren niet uit zijn bed was gekomen.





Mijn meest stressvolle herinnering is een project met jongeren uit Rotterdam en Amsterdam. Ik was degene die al die partners op de hoogte moest houden. Natuurlijk was die deadline onhaalbaar, en de jongeren soms onbereikbaar, maar ik was verantwoordelijk. Het was een hartstikke grote productie. Op de première - die op een vrijdag viel - was veel pers, er waren interviews. Tegen mij werd steeds gezegd: jij cheft hem wel toch, Sher, ‘Alles voor vrijdag’! Het had geen halve dag eerder moeten zijn. Donderdagavond hadden we niet gehaald. Die zin wordt nog steeds vaak geroepen in het team, haha. Alles voor vrijdag!

Ik was me, toen ik begon, niet bewust van dat er weinig plekken zijn waar je echt kan ontwikkelen, waar je als speler of jongere centraal staat. Een plek die èn artistiek is, èn waar er echt naar jou wordt gekeken. Wat ik toen heel bijzonder vond als speler is dat je zo intensief met je medespelers werkt, je repeteert een heel jaar samen dat betekent dat je zo’n diepgang met elkaar bereikt. Dat heb je in de rest van het werkveld nooit meer.

Over tien jaar hoop ik dat DEGASTEN het signatuur, de manier van werken en produceren, behoudt maar dat het veel breder gedragen wordt. En dat er daardoor rust komt. Ik hoop dat ze die betrokkenheid houden van het zorgen voor elkaar, maar niet uit noodzaak - niet omdat ze met weinig, veel moeten bereiken.’

Kernwoorden: Explosief / Vernieuwend / Jong in denken en ontwikkelen / Outcast


 Fjodor Jozefzoon (27)  

oud speler en peereducator


Ze gaven me zelfvertrouwen: niemand kan mij zijn, niemand kan wat ik doe beter doen dan hoe ik het zelf kan.

‘Je komt hier om iets te leren, maar je krijgt naast een leerschool ook een familie. Iedereen die in die cast van de voorstelling zat, spreek ik nog steeds dagelijks. Je hebt liefde voor het vak en elkaar. Iedereen wordt hier gezien als individu, niet als onderdeel of speler. Een productie wordt op maat gemaakt en dat voel je. Als je zo jong bent en zoveel deelt met elkaar, maak je echte vrienden voor het leven.

Ik kwam bij DEGASTEN toen het nog Jong Rast heette, in 2010 - bij de audities was ik 14, 15 jaar oud. Ging net van de middelbare school af. Ik ben sindsdien altijd verwant gebleven aan DEGASTEN.

De eerste productie waar ik in zat was een locatieproject: I Don’t Care. Het thema was familie, we speelden in een loods. Het was een vrij fysiek stuk. Ik stond boven in de ruimte, trappen onder me zigzagden. Na een kwartier kreeg ik de aanwijzing: ‘NU!’ Ik daalde af. Ik voelde me heel groot, weet ik nog. Ik kreeg een regieaanwijzing, en ik ging, ik maakte echt een entree. Toen bedacht ik me dat ik voor altijd toneel wilde blijven spelen.

Nu zit ik vast bij het Nationale Theater van Den Haag. Het is zo raar en leerzaam, ik voel me heel bevoorrecht om dat zo vroeg te mogen ervaren. DEGASTEN heeft me geholpen alle inspiratie uit mezelf te putten. Daardoor zie je jezelf niet alleen als autonoom theatermaker, maar ook als uniek product. Iedereen kan iets aanraken dat alleen van jezelf is. Dat gaf me heel veel zelfvertrouwen - niemand kan mij zijn, niemand kan wat ik doe beter doen dan hoe ik het zelf kan. Dat is vooruitstrevend in het fysieke aspect van theater, en de vrijheid geven voor wat jongeren voelen. Iedereen is anders, dat sterkt. Vijandigheid zoals anderen dat kunnen voelen in het werkveld is onnodig daardoor, en heb ik nooit ervaren.





Ik haatte altijd delen van mezelf die ervoor zouden kunnen zorgen dat het acteren moeilijker werd gemaakt: ik was niet de witte gespierde hetero acteur. Ik had sierlijkheid, humor, vrouwelijkheid - daar keek ik vroeger op neer. Dat werd hier juist gestimuleerd. Als ik gek deed, dan zeiden ze hier: ‘Já, dàt, dat gaan we gebruiken’. Dat werd vervolgens weer weggeslagen bij de opleiding, maar het zat er wel al in, ik kan er naar terug. Iedereen wilde een barbie-versie van zichzelf zijn, hier werd ik juist uitgedaagd om persoonlijker te zijn, want: hoe persoonlijker hoe universeler, en dat resoneert.

Ik herinner me nog een repetitie, we waren met tien jongens en drie meiden - dat was gewoon vies: jongens zijn echt irritant. Toen liet iemand een scheet. Dan werd er geroepen: ‘Dìt gaan we gebruiken! Dit gaan we doen!’ Dat is zo tekenend voor DEGASTEN - alles is theater.

Als ik denk aan 10 jaar geleden en de vriendengroep die hier ontstond, denk ik: het is echt mogelijk jezelf te blijven en je plek te vinden in deze crazy theaterwereld.

Ik gun iedereen groei, maar ik wil dat DEGASTEN blijft wat ze zijn, het is precies goed.'

Kernwoorden: Aanwezig / Luid / Hier / Alles



 Ciraj Amalal (18)  

speler Studio en peereducator


Mijn perspectief op theater is door DEGASTEN echt helemaal veranderd.

'Mijn moeder zei: ‘Ik heb je aangemeld voor een auditie’. Ik dacht, oké, waarvoor precies? Zij: ’Theater’, ik: ’Dat wil ik helemaal niet!’

Ik had niet verwacht dat ik was aangenomen. Ik moest een boom zijn, een banaan. De mensen om me heen deden het allemaal fucking goed, ik ben ze maar gewoon na gaan doen.. ik begon op mijn dertiende, en ben nooit weggeweest. Nu hang ik gewoon soms rond bij een open les, of geef er zelf eentje met Asma. Mijn perspectief op theater is door DEGASTEN echt helemaal veranderd.

Nu doe ik TV, film en serie, ik speel in Oogappels sinds seizoen 1 (toen was ik 12 jaar), speelde in Marokkaanse Bruiloft, Shotgun, rolletjes bij ITA. En dus ook een musical! Dagboek van een herdershond. Ik wil heel graag schrijven, heb heel veel ideeën. Ik ben in dat creatief denken heel erg gegroeid. Als ik in een bus zit om 23.00, dan maak ik er meteen een mise en scène van. Dan typ ik op mijn telefoon mee wat ik bedenk.

DEGASTEN is theater - dat is echt anders dan film. Groot spel is niet zo mooi, helemaal niet op TV. Wat ik wel meeneem zijn de houdingen, non-verbale communicatie. Leren hoe je dat grote steeds kleiner kan maken. De basis van mijn spel is 100% theater, met de juiste begeleiding kun je daar alles mee.

Mijn droom is: in een uitverkocht Carré staan. En theater veralgemeniseren: ik wil gewoon dat veel en veel meer Marokkanen naar het theater komen. In de zaal en op het doek is weinig diversiteit. Ik denk dat je dat kunt bereiken door bepaalde thema’s te behandelen die hen aanspreken, bijvoorbeeld over Marokkanen die naar Nederland komen als gastarbeider, die verhalen worden nog helemaal niet verteld. Verhalen vanuit het geloof, die zijn er ook niet. Of het is heel oppervlakkig, theatraal, magisch - en dus niet voor de doelgroep.





Ik wens DEGASTEN echt een groter podium. Ze moeten nog bekender worden, vooral op plekken waar het weinig over theater gaat. Gemeenten moeten dit zien. Ze moeten niet alleen spelen in Mozaïek, maar ook gewoon in ITA, en het grote doek op. Het bereik dat ik heb met series en TV en films, moet je ook kunnen bereiken met theater. Want die bedienen wel al die doelgroepen en die jongeren. Los van diversiteit zijn er ook weinig jongeren die naar theater gaan.

Ik zou de nieuwe lichting willen meegeven: schaam je niet voor je ideeën. Als ik een idee had, dan werd daar altijd naar geluisterd, en kreeg ik tips om daarin te groeien. Wees jezelf, blijf jezelf, en werk keihard. Neem het serieus. Het is spel, de grens tussen spel en serieus is dun hier, maar ook de warming up heeft een bepaald doel. Sta open voor nieuwe dingen, kom binnen met een open mind. Dan gaan er veel deuren open.

Ik heb heel veel lessen gehad die zo weird zijn, dan dacht ik: wat gebeurt hier nou? Op de grond liggen, dan weer in de hoek staan, er gebeuren zoveel dingen waar je ontzettend om moet lachen, maar ook wordt er heel veel gedeeld. 'Die lessen zijn magisch, maar dus ook voor míj.’

Kernwoorden: Divers / Magisch / (On)begrijpelijk



 Sidar Toksöz  (29)  

oud speler


De mensen denken: ’Zij doen het ‘anders’.’

Dat waren wij.

‘Ik kwam toen ik 15/16 jaar was bij DEGASTEN, toen nog Jong Rast. Mijn vader is Celil Toksöz, oprichter van Theater Rast. Dus van kleins af ging ik al naar theatervoorstellingen van Jong RAST. Dan mocht ik al voordat publiek naar binnen mocht de jongeren in een cirkel zien staan en de regisseurs ze zien aanspreken. Toen dacht ik al: ik wil hier zo graag bij!

Ik kwam in de productiegroep terecht, which was heel cool. Mijn eerste grote productie was Running Blue, met Soufiane Moussouli, Alkan Çöklü, Emanuel Boafa. Daarvoor deed ik mee met de productie voor Theater na de Dam. Ik weet nog dat Soufiane toen op 4 mei jodenmoppen ging vertellen, ik vond dat zo grappig, zo van ja waarom ook niet. Die rauwheid is wel echt tekenend voor DEGASTEN.

Nu speel ik gemiddeld twee grote theaterproducties per jaar, zit vast bij Klokhuis. Ik speel twee series per jaar. Mijn plan is om nu geen theatervoorstellingen meer aan te nemen. Ik moet een keuze maken om die overstap te maken, omdat film altijd veel dichter op het draaien wordt geboekt, en theater een jaar vooruit wordt gepland. Ik zou een mooie hoofdrol willen spelen in een film of voorstelling, zelf iets schrijven, ik wil doorbouwen. Maar mijn pad loopt goed, ik heb vertrouwen en geen haast.

Ik zie mijn generatie makers nog steeds heel vaak - het lijkt alsof je van de Matrix bent soms: als je elkaar tegenkomt in een ruimte vol mensen geef je elkaar een knikje, je weet waar je vandaan komt. De mensen denken: ’Zij doen het ‘anders’.’ Dat waren wij.
In I Don’t Care (2011), de voorstelling in die loods, zit een moment waarop ik Fjodors hoofd in een emmer water moest duwen. Ik moest hem bijna laten stikken. Alleen daar zat echt water in, dus ik durfde dat niet. We probeerden het keer op keer maar ik haalde hem steeds uit die emmer. Totdat Elike zei: wacht even. Ze trok haar t-shirt uit, ging op zijn stoel zitten, pakte mijn hand en duwde haar eigen hoofd ermee in de emmer. Ze spartelde, bewoog wild alsof ze verdronk, en na een tijdje kwam ze boven en zei: ‘Kijk maar, niks aan de hand’. Crazy - net zoals wij.





Wat ik heel belangrijk aan deze plek vind is, er is nu heel veel behoefte in de theaterwereld aan inclusie, en er zijn veel acteurs die die rol kunnen vervullen. Maar driekwart van die spelers was er niet geweest zonder DEGASTEN. Als die eerste lichting toen niet was begonnen, had de theaterwereld nu echt een heel groot probleem gehad. Toen werden we voor gek aangekeken, en nu kunnen ze niet meer zonder.

Ik wens DEGASTEN dat ze een goeie vooropleiding zijn en blijven, en een goeie doorstroom naar de theateropleidingen. Niet vergeten waar ze vandaan komen, hoe ze zijn begonnen. Ik vind het supervet dat ze groot zijn - ik wil ze heel graag behoeden niet clean te worden, ze moeten die rauwheid behouden.

De jongere lichting zou ik willen zeggen: maak plezier. Dit is de leukste tijd die ik heb gehad, dus geniet! Wees jezelf, maak plezier. En af en toe een beetje focussen, haha.

Wij waren verschrikkelijk.’

Kernwoorden: Familie / Echt / Rauw / Iedereen kwam altijd te laat



THEATER DEGASTEN p/a NOWHERE, MADURASTRAAT 90, AMSTERDAM
        INFO@THEATERDEGASTEN.NL
︎ ︎ ︎



THEATER DEGASTEN p/a NOWHERE, MADURASTRAAT 90, AMSTERDAM
        INFO@THEATERDEGASTEN.NL